Met pensioen gaan biedt altijd nieuwe mogelijkheden. Meer tijd voor hobby’s, meer tijd om te reizen… en wie weet levert dat nog een nieuwe liefde op, al dan niet in het buitenland. Wat niet iedereen zich realiseert, is dat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan na de AOW-gerechtigde leeftijd een dure aangelegenheid kan zijn. Nu is trouwen over het algemeen al een dure aangelegenheid, maar wat soms vergeten wordt is de invloed van trouwen op de AOW-uitkering.
Op de website van de Rijksoverheid staat het volgende vermeld: “Hoeveel AOW u krijgt hangt af van uw woonsituatie. Bent u alleenstaand? Dan krijgt u 70% van het minimumloon. Woont u samen of bent u getrouwd? Dan krijgt u 50% van het minimumloon. Alleenstaanden krijgen meer omdat zij hun kosten van levensonderhoud niet kunnen delen met een huisgenoot.”
De AOW-uitkering voor 2020 bedraagt:
De ongehuwde AOW-uitkering is aanzienlijk hoger dan de gehuwde AOW-uitkering. De AOW-uitkering is immers bedoeld als minimum basisvoorziening. Bij de gehuwde gaat de overheid ervan uit dat de kosten van de huishouding gezamenlijk worden gedragen.
Een recente uitspraak attendeert ons weer op de specifieke regelgeving inzake het verkrijgen van een gehuwde of ongehuwde AOW-uitkering.
In deze specifieke situatie was er sprake van een AOW-gerechtigde die al enkele jaren de ongehuwde AOW-uitkering ontving. Na een mooie reis en nieuwe liefde was op enig moment sprake van een huwelijk in Thailand. De burgerlijke status van de AOW-gerechtigde werd formeel aangepast naar de status gehuwd en de AOW-uitkering werd aangepast naar de lagere uitkering voor gehuwden.
Er werd beroep aangetekend door de AOW-gerechtigde aangezien hij van mening was dat zijn uitkering onterecht was aangepast. Zijn nieuwe echtgenote bleef namelijk in het buitenland wonen. Zij voerden dus geen gezamenlijke huishouding.
Er kan inderdaad, bij wijze van uitzondering op de standaard regelgeving, aanspraak worden gemaakt op de ongehuwde AOW-uitkering als er bij echtgenoten sprake is van een duurzaam gescheiden leven. Dit is het geval als minimaal een van beiden de echtelijke samenleving wil verbreken en ze daarom gescheiden leven.
In deze situatie werd echter geoordeeld dat er geen sprake was van een duurzaam gescheiden leven. Er werd maandelijks een financiële bijdrage naar de echtgenote overgemaakt en er was intensief contact. De echtgenoten belden en schreven elkaar. Het was een persoonlijke keuze om niet samen te wonen, maar er was geen sprake van dat “ieder zijn eigen leven leidt als ware men niet gehuwd”.
De rechtbank oordeelde dat er terecht enkel nog maar recht was op de gehuwde AOW-uitkering. Dit huwelijk werd voor de AOW-gerechtigde, die zich dit vooraf niet goed had gerealiseerd, een blijvende dure aangelegenheid.
Met pensioen gaan. In het verleden ging je op je 65ste met pensioen. Of zelfs eerder want er waren regelingen die het mogelijk maakten om ...
Een basisverzekering voor iedereen. Dat is wat het huidige kabinet wil. Aanleiding is het grote aantal ondernemers dat niet verzekerd is voor arbeidsongeschiktheid. Dit is ...
Op 1 maart 2020 gaat de meldingsplicht in voor werkgevers binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland die in Nederland een tijdelijke opdracht uitvoeren. ...
Bijna 40% van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. De Wet verevening pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) regelt de verdeling van ouderdomspensioen bij een echtscheiding of ...
Vanaf 1 januari 2020 wordt de termijn dat partneralimentatie betaald moet worden ingekort. Gemiddeld eindigt 1 op de 3 huwelijken in een echtscheiding. Het is ...