Op 5 juni is het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland in werking getreden. Het nieuwe verdrag heeft vooral gevolgen voor de belastingheffing voor pensioenen en lijfrenten die over de grens worden uitgekeerd. Het aangepaste verdrag zal van toepassing zijn op boekjaren startend op of na 1 januari 2016.
In het nieuwe verdrag wordt de belastingheffing over pensioenen en lijfrenten aangepast. De basis is een heffing in het woonland. Echter over Sociale zekerheidspensioenen (zoals de AOW) worden in het bronland belasting geheven. Indien een pensioen of lijfrente een bruto uitkering geeft die hoger is dan € 15.000 wordt de belastingheffing toegewezen aan het bronland. Deze grens geldt per afzonderlijk pensioen of lijfrente. Indien uit meerdere bronnen pensioen of lijfrente wordt ontvangen wordt per uitkering gekeken of deze bruto-uitkeringen boven de grens van € 15.000 komt.
De heer P. Hendrik, geboren in Nederland en momenteel woonachtig in Duitsland, heeft tijdens zijn Nederlandse dienstbetrekkingen twee pensioenen opgebouwd. Zijn pensioenen zijn reeds ingegaan. De heer Hendrik krijgt de volgende pensioenen uitgekeerd: AOW-uitkering: € 9.000 bruto per jaar Pensioen 1: € 20.000 bruto per jaar Pensioen 2: € 10.000 bruto per jaar De toewijzing van het heffingsrecht verloopt dan als volgt: AOW-uitkering: Sociale zekerheidspensioen wordt belast in het Nederland (bronland) Pensioen 1: Pensioenuitkering hoger dan € 15.0000 per jaar wordt toegewezen aan Nederland (bronland) Pensioen 2: Pensioenuitkering lager dan € 15.000 per jaar wordt toegewezen aan Duitsland (woonland) Sociale zekerheidsuitkeringen worden altijd belast in het bronland. Belasting over pensioenen boven de € 15.000 wordt geheven in het bronland. Belasting van pensioenen onder € 15.000 wordt geheven in het woonland. De belastingheffing over de AOW is toegewezen aan het bronland (Nederland). De hoogte van het totale pensioeninkomen is niet relevant, het gaat om de hoogte van de verschillende aanspraken.
In het verdrag is een keuzerecht opgenomen om de inwerkingtreding met één jaar uit te stellen (artikel 33 lid 6 van het Verdrag). Naast deze bilaterale overgangsmaatregel heeft Nederland eenzijdig een aanvullende overgangsregeling getroffen. Voor een natuurlijk persoon die sinds 12 april 2012 onafgebroken inwoner van Duitsland is, is een aanvullende overgangsregeling getroffen. Vanaf het eerste kalenderjaar tot en met het zesde kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het verdrag in werking is getreden wordt de door die persoon verschuldigde belasting berekend. Vanaf het jaar 2023 zal de belastingheffing verlopen volgens het reguliere tarief in de Wet op de Inkomstenbelasting.
Bekijk de tabel over de verschuldigde belasting:
Deze eenzijdige overgangsregeling is opgenomen in de Wet tot goedkeuring van het op 12 april 2012 te Berlijn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2012,123).
Met pensioen gaan biedt altijd nieuwe mogelijkheden. Meer tijd voor hobby’s, meer tijd om te reizen… en wie weet levert dat nog een nieuwe liefde ...
Met pensioen gaan. In het verleden ging je op je 65ste met pensioen. Of zelfs eerder want er waren regelingen die het mogelijk maakten om ...
Een basisverzekering voor iedereen. Dat is wat het huidige kabinet wil. Aanleiding is het grote aantal ondernemers dat niet verzekerd is voor arbeidsongeschiktheid. Dit is ...
Op 1 maart 2020 gaat de meldingsplicht in voor werkgevers binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland die in Nederland een tijdelijke opdracht uitvoeren. ...
Bijna 40% van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. De Wet verevening pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) regelt de verdeling van ouderdomspensioen bij een echtscheiding of ...