Vanaf 2016 moeten deelnemers aan premieovereenkomsten na hun pensioendatum beleggingsrisico kunnen lopen, al dan niet in een collectief. Het kabinet wil op 1 juli 2015 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer indienen dat dit mogelijk maakt.
Met de aankondiging wil het kabinet de mogelijkheid bieden om ook de hoogte van het uit te keren pensioen te baseren op beleggingsresultaten. “Dit verhoogt de kans dat de pensioenuitkering gedurende de uitkeringsfase stijgt en de ontwikkeling van de koopkracht kan worden bijgehouden”, volgens staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken).
Uit onderzoeken naar de resultaten uit beschikbare premieregelingen blijkt dat het rendement op de beleggingen in de laatste jaren voor de pensioendatum, achter blijft bij de verwachtingen. Dit komt mede doordat in de periode voor pensioendatum het risico wordt afgebouwd. Op pensioendatum moeten het kapitaal worden omgezet in een pensioenaanspraak. Hierdoor is het niet verantwoord voor pensioendatum nog (veel) risico’s te nemen met de beleggingen. Een sterke daling van de beleggingswaarde als gevolg van koersdalingen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Echter, door het terugschroeven van het risico, dalen ook de (verwachte) rendementen.
Het rendement in de uitkeringsfase is gedisconteerd in het tarief waartegen het opgebouwde kapitaal op pensioendatum wordt omgezet in een pensioenaanspraak. Het rendement wordt berekend op basis van risicoloze beleggingsobjecten, zoals het rendement op staatsleningen. Doordat het rendement op risicoloze beleggingsobjecten de laatste jaren sterk is gedaald, kan voor dezelfde beleggingswaarde veel minder pensioen worden aangekocht, dan voorheen met een hogere rente kon worden aangeschaft.
Doordat er in de perioden voor pensioendatum en de periode daarna slechts met een zeer laag rendement rekening wordt gehouden, wordt niet de optimale pensioenuitkering bereikt voor de gerechtigde. Met het voorstel om de pensioenuitkering afhankelijk te stellen van beleggingseenheden, wordt de hoogte van de pensioenuitkering niet meer alleen afhankelijk van de rentestand op de pensioendatum. Hierdoor wordt het verantwoord om ook in de periode kort voor de pensioendatum en ook na de pensioendatum te blijven beleggen en zo te profiteren van eventuele koersstijgingen. Met de beleggingsrendementen kan het pensioen worden verhoogd.
Het voorstel van de staatssecretaris gaat uit van twee varianten, namelijk op basis van individuele risico’s of op basis van collectieve risico’s. In de eerste variant ligt het beleggingsrisico tijdens zowel de opbouw- als de uitkeringsfase bij de medewerker. Er vindt geen collectieve deling van beleggingsrisico plaats. Aandachtspunt bij het uitwerken van deze variant is hoe beleggen na de pensioendatum te combineren valt met het verzekeren van het risico dat de medewerker ouder wordt dan waarmee van te voren rekening is gehouden.
In de tweede variant delen de medewerkers het beleggingsrisico. In het wetsvoorstel zal Klijnsma deze variant op basis van twee mogelijkheden uitwerken, namelijk: het beleggingsrisico wordt vanaf de pensioendatum gedeeld of het beleggingsrisico wordt vanaf maximaal tien jaar voor de pensioendatum gedeeld. Deelnemers aan premieovereenkomsten die toetreden tot een collectief met risicodeling houden daarin een individueel pensioenkapitaal. In het voorstel wordt daarover gezegd: “Het collectieve kapitaal is de optelsom van de individuele kapitalen van de bestaande deelnemers binnen het collectief, zodat altijd helder is waar een deelnemer recht op heeft. De verdeling van het kapitaal over de individuele deelnemers wordt niet beïnvloed door discretionaire beslissingen van bijvoorbeeld een fondsbestuur.”
Er wordt een toedelingsmechanisme ontwikkeld dat vooraf duidelijk maakt hoe financiële mee- en tegenvallers worden verdeeld. Hierin worden de resultaten van de beleggingsrendementen meegenomen. Ook met het feit dat mensen steeds langer gaan leven dan waarmee rekening is gehouden, wordt in het mechanisme opgenomen.
Overigens zijn deelnemers niet verplicht om na de pensioeningangsdatum beleggingsrisico te lopen: zij kunnen kiezen voor een zekere of een risicodragende pensioenuitkering. Een risicodragende pensioenuitkering mag jaarlijks niet te veel fluctueren. In het wetsvoorstel zal worden aangegeven hoe daarmee moet worden omgegaan. Daarnaast zullen bepalingen worden opgenomen van een maximumperiode voor het spreiden van schokken, zodat het niet mogelijk is dat tegenvallende beleggingsresultaten te ver vooruit worden geschoven. APS Pensioenteam houdt alle veranderingen nauw in het oog en houdt u graag op de hoogte van de ontwikkelingen. Heeft u naar aanleiding van deze tekst vragen? Aarzel niet en neem contact met ons op. Een van onze adviseurs zal u graag van dienst zijn.
APS Pensioenteam houdt alle veranderingen nauw in het oog en houdt u graag op de hoogte van de ontwikkelingen. Heeft u naar aanleiding van deze tekst vragen? Aarzel niet en neem contact met ons op. Een van onze adviseurs zal u graag van dienst zijn.
Met pensioen gaan biedt altijd nieuwe mogelijkheden. Meer tijd voor hobby’s, meer tijd om te reizen… en wie weet levert dat nog een nieuwe liefde ...
Met pensioen gaan. In het verleden ging je op je 65ste met pensioen. Of zelfs eerder want er waren regelingen die het mogelijk maakten om ...
Een basisverzekering voor iedereen. Dat is wat het huidige kabinet wil. Aanleiding is het grote aantal ondernemers dat niet verzekerd is voor arbeidsongeschiktheid. Dit is ...
Op 1 maart 2020 gaat de meldingsplicht in voor werkgevers binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland die in Nederland een tijdelijke opdracht uitvoeren. ...
Bijna 40% van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. De Wet verevening pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) regelt de verdeling van ouderdomspensioen bij een echtscheiding of ...